Ampul (liturgisch)

Hoog gewelfde voet op verticale standring. Onderaan op de welving een akantlijst en bovenaan een rozet van akantbladeren. Korte stam bolplooikraagje. Omgekeerd eivormig lichaam met onderaan een rozet voor opstaande akantbladeren en bovenaan een fries van half afhangende akantbladeren (als op voet). Brede hals die zonder onderbreking overgaat in de zeer brede eendensnavelvormige mel met gietgeul. Langs de rand telkens een fijne parellijst. Licht gewelfd deksel in dezelfde vorm, respectievelijk versierd met een takje met wingerdbladeren en druiventrossen waarboven de kapitaal V. Vraagtekenvormig oor met bladwerk of voluten versierd en een eglantier in de krul. Van de wijnampul is de binnenzijde verguld. Hals met mel en deksel zijn afschroefbaar (oor is echter vast).