In 1892 opent het Museum Wuyts-Van Campen met de 107 schilderijen die het kreeg van Jacob Wuyts en Françoise Van Campen. Het museum wordt verder uitgebreid door een achterneef van Wuyts, baron Georges Caroly. In 1928 geeft hij de stad Lier een geldsom om een derde zaal toe te voegen. Later schenkt hij schilderijen, meubels en zilver.
In 1968 opent het Timmermans-Opsomerhuis in de woning Hof van Geetruyen. Het is een uitstalraam voor belangrijke Lierse culturele figuren. De twee centrale kunstenaars zijn Felix Timmermans en Isidore Opsomer. Van Timmermans worden schilderijen, boeken, archiefmateriaal en een reconstructie van zijn werkkamer getoond, van Opsomer kunstwerken en een gedeelte van het atelier. Later krijgen ook kunstsmid Lodewijk Van Boeckel, schrijver Anton Bergmann en componist Renaat Veremans er een plek.
In 2014 beslist de stad Lier om een nieuwe koers te varen met haar stedelijke musea: de twee oude musea gaan dicht en er komt een nieuw stadsmuseum. De verzamelingen van het Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en baron Caroly en van het Timmermans-Opsomerhuis krijgen een onderkomen in het nieuwe stadsmuseum. Samen met een steeds groeiende erfgoedcollectie vertellen ze over Lier en de Lierenaars. De focus op kunst wordt ingeruild voor een bredere kijk. Het museum wordt samen met Lierenaars ontwikkeld en overal weerklinken hun persoonlijke verhalen.
