Koffiekan
zilver (geheel), hout (oor)
gesmeed (geheel)
(geheel) hoogte 35 cm, (geheel) breedte 23 cm, (geheel) gewicht 970.65 g
meesterteken, stadskeur, stadskeur, jaarcijfer
De drie krulpootjes, versierd met schubmotief, akant en bloemslinger, hebben een rechthoekige aanzet waarin een bloem. Op de buik van de peervormige kan, die onderaan met ribwerk is versierd, loopt rondom een band van rozetten, gevat tussen twee onversierde randen. De hals is behangen met laurierguirlandes en twee ringen en strikken waaraan telkens een medaillon hangt. In het ene medaillon zitten twee duifjes op de rand van een mandje dat aan een strik omhoog hangt. Rondom de mand een pijlenkoker, boog, pijl en harp. In het andere medaillon is een bloemenmand aan een strik opgehangen; verder een hoed, een stok, een herdersstaf en twee lauwertakken. Een filetband boort de hals af. Het tweemaal gewelfde deksel is versierd met een lauwerkrans en getopt door een bloemknopje omringd door afhangende blaadjes. De aansluitende, afgedekte schenksneb is getooid met een bloemmedaillon. Het vraagtekenvormige, houten oor met bovenop een gesculpteerd acanthusblad is bovenaan door een huls en onderaan door een thans verdwenen ring aan de kan verbonden. Handvat is deels afgebroken en zit los in het cilindervormig aanzetstuk